Teuntje en Pleuntje
Updated: Feb 28, 2019

Pleuntje en Teuntje.
In mijn jeugd woonden we als gezin in een groot, landelijk huis. Toen we daar naartoe verhuisden, kreeg ik mijn eerste pony. Er kwam een grote herdershond, een bok als gezelschap voor de pony en als snel hadden we ook katten. Heerlijk vond ik dat, al die dieren en als ik mijn dagboeken uit die tijd erop nasla, vind ik gedichten die ik heb geschreven als er eentje verdween of overleed. Ik zie foto´s met mij en de katten en kan opmaken dat ik veel van ze hield. Dus toen ik mijn eerste eigen woning betrok, kwam er een hond. Eentje uit het asiel die jarenlang mijn huis afbrak en nog eentje, die werd achtergelaten door mijn jongste broer die deze had gekocht voor zijn vriendin en weer terugkreeg omdat de relatie voorbij was. Gezien mijn werk met beide honden zat ik op dat moment niet te wachten op katten.
Toen belde een vriendin met een zielig verhaal over een boer die jonge katjes aan het verdrinken was waarbij ze er twee kunnen redden. Of ik die wilde. Ja hoor, breng maar hier zei ik en zo geschiedde. De jonge katten kwamen rechtstreeks van een boerderij en waren absoluut niet gewend aan een leven binnenshuis. Aanraken of aaien was onmogelijk, laat staan een dierenarts bezoeken. Het leven van de katten was niet optimaal en dat van mij werd er ook niet beter op. Na het overlijden van de twee was ik even genezen van katten. Ik dacht dat ik meer een hondenmens was en besloot het daar even bij te houden.
Toen ik echter naar de B&B verhuisde en kennis maakte met Tommy en Sully zag ik plots weer de leuke kant van katten. Hoe zelfstandig en eigengereid ze zijn. Hoeveel gezelligheid ze kunnen geven en ook de onafhankelijkheid die ze uitstralen vind ik prachtig. Maar Tom en Sul werden oud en toen Sully overleed, heb ik daar opnieuw verdriet van gehad. Oude Tom was sinds de dood van zijn broer niet meer dezelfde en kon af en toe enorm hard en klagend mauwen. Als mens gaf ik als verklaring dat hij zijn broertje miste, maar uiteindelijk kwam ik erachter dat Tom een beetje dement aan het worden is. Enfin, ik begon een zoektocht naar een vriendje voor Tom Een jong katje was het idee maar ik wilde niet dat mijn oude tom de hele dag werd lastig gevallen door een jonger broertje of zusje. Dan maar twee dus en niet lang daarna kwam een buurman me zeggen dat hij jonge katten had en vroeg of ik er een wilde. Toen ik ging kijken bleken de meeste al weg en zaten er nog twee kleine dametjes. Dat was eigenlijk niet het plan want dan moet je ze snel steriliseren en dat zag ik wel als een probleem. De buurman zei me dat niemand poesjes wilde, alleen katers en dat was het juiste duwtje voor mij. Dan neem ik ze wel want dat is ook zo zielig.
De dag dat ik ze ging ophalen ben ik 2 uur bezig geweest om ze te vangen maar uiteindelijk kreeg ik ze thuis. Een klein grijs gestreept poesje dat ik de naam Pleuntje gaf en haar zwarte zusje dat ik Teuntje noemde. Twee hele kleine bange meisjes die inmiddels zijn uitgegroeid tot pittige dametjes. Groot van stuk zijn ze niet en echt aanhankelijk evenmin, maar ze jagen, spelen en zonnen. Gaan dolgraag met mij en de honden het bos in en ze brengen mij cadeautjes zoals kleine muisjes en roodborstjes waar ik dan weer minder blij mee ben. Maar ik ben dol op ze want ze laten me zien hoe mooi en simpel het leven kan zijn waardoor ik hoop dat ik in een volgend leven terug kan komen als kat in mijn eigen huis.
